Westland eerst niet eens zo blij met kopers bloembollen

Bloemenveiling Floralia in ‘s-Gravenzzande

Als we het tegenwoordig over de bollenteelt hebben, gaat het vooral over  die in de Bollenstreek. Het Westland teelt bollen aan eind van de negentiende eeuw. Het begint  in  Poeldijk en omgeving, waarna  het patroon van deze teelt zich van lieverlee in de richting van ’s-Gravenzande verschuift. En vrijwel is verdwenen. 

Opmerkelijk is dat de bij uitstek deskundige publicist, P.J. ter Laak in het door hem geschreven jubileumboek ‘Floralia in 1890-1990’ meldt dat men in het Westtand de eerste jaren niet eens zo blij is met al die kopers van buiten het eigen gebied. Daar komt later verandering in.

Egards
Men is in 1893 zelfs zo dol op de toestroom van kopers, waar ze ook vandaan komen, dat ze hen zelfs met veel egards met rijtuigen bij de stations van de WSM (Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij) gaat ophalen. Dat kost wel wat, maar een voordeel is dat de veiling zo vroeger kan beginnen. Want tijd is geld. Immers anders moeten de kopers dat hele eind naar de veiling te voet afleggen. En dat kost tijd en tijd is ook geld. Floralia gaat zelfs zover dat ze ook de lunch van de kopers voor haar rekening neemt. Dat blijkt voordeliger.Uit de boeken blijkt ook dat de kastelein van het naast de veiling gelegen restaurant De Spaansche Vloot, J.C. Huisman het middagmaal van al die kopers voor een totaalbedrag van tachtig gulden verzorgt. Dat het er veel zijn, valt af te leiden uit het feit dat de kastelein al na een paar dagen het bestuur komt waarschuwen dat hij wel een maximum hanteert van achthonderd broodjes. Bij de lunch is dan ook de koffie inbegrepen maar een borreltje moeten ze zelf maar betalen.

Groene veiling
Het bijzondere in dit geval is dat de kastelein Huisman zelf ook staat ingeschreven als lid van de veiling. Hij heeft er een eigen bollenkraam. Voor de ‘groene veiling’ zoals die verkoop op de bollenvelden heet. Daarvoor is door het bestuur een route uitgestippeld, die steevast bij de Spaansche Vloot stopt voor de middagpauze. Zo werpt men elkaar ‘het bolletje’ toe.
In ledenvergaderingen dringt het bestuur er wel op aan om de bollenvelden zo dicht mogelijk langs de openbare weg aan te leggen. Niet eens omdat de toeristen dat zo mooi vinden, maar vooral omdat het de verkoop vergemakkelijkt. Zo trekken de kopers en verkopers gezamenlijk van het ene perceel naar het andere. In een soort optocht, die soms wel uit zo’n honderd sigaren- en pijprokende mannen bestaat. Van tevoren horen de kopers precies binnen welk gebied de bollen te vinden zijn. Dat om te voorkomen dat de veilingen te lang gaan duren. Het bestuur gaat daarbij zo ver, dat het weleens een stuk land huurt om dat weer aan de bollenkwekers te verpachten. Zodat alles nog sneller kan verlopen.

Veilingmeester
Zo’n veiling staat onder leiding van een soort veilingmeester. Dat is in 1891 de notaris R.W..A.H. Reynen uit ’s-Gravenzande. Hij is ook donateur van Floralia net als burgemeester Van de Kasteele van ’s-Gravenzande. Voor de catalogi en de advertenties zorgen de aangestelde directeuren. Die kiest men in de ledenvergaderingen. De notaris blijft de supervisie houden, evenals zijn opvolger, notaris De Beausar. Naar mate de tijd vordert – kiest men steeds meer voor directeuren die bekend staan als grote verzenders. En dat zijn niet altijd Westlanders, maar verzenders die bijvoorbeeld uit de Bollenstreek komen en goed weten hoe je bollen in binnen- en buitenland moet afzetten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.